donderdag, 21 november 2024
De Bijbel
Jezus' verheerlijking op de berg. Mozes en Elia spreken met Hem.
Jezus spreekt met Mozes en Elia
- NBV
- BGT
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten maken, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’ Hij was nog niet uitgesproken of een stralende wolk overdekte hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’ Toen de leerlingen dit hoorden, werden ze overvallen door een hevige angst en wierpen ze zich ter aarde. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: ‘Sta op, wees niet bang.’ Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen. Toen ze de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.’
Zes dagen later ging Jezus een hoge berg op. Petrus mocht met hem mee, en ook de broers Jakobus en Johannes. Boven op de berg waren ze alleen. De leerlingen zagen dat Jezus veranderde. Zijn gezicht begon te stralen, net als de zon. En zijn kleren werden zo wit als een helder licht. Opeens zagen de leerlingen Mozes en Elia. Die waren met Jezus aan het praten. Petrus zei tegen Jezus: ‘Heer, het komt goed uit dat wij hier zijn! Als U wilt, maken we hier drie hutten: één voor U, één voor Mozes, en één voor Elia.’ Terwijl Petrus dat zei, kwam er een stralend lichte wolk boven hen. En uit die wolk klonk Gods stem, die zei: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot. Luister naar hem!’ Toen de leerlingen dat hoorden, lieten ze zich voorover op de grond vallen. Ze waren erg bang. Jezus kwam naar hen toe. Hij raakte hen aan en zei: ‘Sta op. Jullie hoeven niet bang te zijn.’ Toen de leerlingen opkeken, zagen ze niemand meer, behalve Jezus. Jezus en de drie leerlingen gingen weer van de berg af. Jezus zei: ‘Jullie mogen nu nog niet vertellen wat je gezien hebt, aan niemand. Want eerst moet de Mensenzoon opstaan uit de dood.’
Verwerking
Wat een bijzondere gebeurtenis! Twee belangrijke figuren uit het Oude Testament verschijnen bij Jezus op de berg. Zij waren allang overleden, maar toch leven zij! Onze God is een God van levenden, niet van doden! Dat is toch een geweldige troost als iemand in je omgeving sterft?!
De leerlingen kijken hun ogen uit, maar mogen hier nog niet direct over spreken met anderen. Later wel. En wij zijn door de Bijbel ook helemaal op de hoogte van deze geschiedenis.
Deze gebeurtenis heeft erg veel indruk op de leerlingen gemaakt. Het heeft hun vertrouwen (in de Bijbel) enorm gestimuleerd (daar lezen we morgen meer over). Begrijp je waarom?
Stelling: De Bijbel is betrouwbaar. Het is opgeschreven door ooggetuigen.
Gebed: Dank U dat we de Bijbel in eigen taal kunnen lezen en U zo steeds beter kunnen leren kennen. Dank U o God dat we mogen weten dat de dood het laatste woord niet heeft! Maar dat zij die sterven in geloof bij U mogen zijn.